Een geweldig geschiedenislesje in keukengerei
The modern kitchen is a collection of great designs and inventions, some ancient, some relatively modern, some accidental and some the result of a long list of minor discoveries. Flip these cards and find out about the history of some very common cooking tools!
1. Kamado
Toen: klei oven
De naam ‘Kamado’ komt uit Japan. De Japanners hebben de kamado echter niet uitgevonden, enkel geperfectioneerd. De herkomst is dus wat onduidelijk, maar de meeste bronnen verwijzen naar oud China, waar de ‘kookoven’ gebruikt werd om rijst in te koken. De Japanners, die zochten naar interessante technologieën om eigen te maken, werden geïnspireerd door een latere versie van deze klei oven en besloten deze verder te perfectioneren. Uiteindelijk bleken de Amerikaanse soldaten zo enthousiast over deze ‘gesloten Japanse barbecue’ dat zij deze mee terug naar huis namen en zelf begonnen te importeren om in Amerika te kunnen verkopen.
Nu: kamado
In de jaren nadat de kamado door een Amerikaanse soldaat op de markt werd gebracht (1974), is deze opgewaardeerd met een deksel en een thermometer. Ondanks dat het werken met een kamado betrekkelijk eenvoudig is, komt het regelen van de temperatuur erg nauw en is het een belangrijke vaardigheid om te leren. De buitenste schaal is gemaakt van een speciale, zeer fijn gestructureerde keramiekmix, die de warmte goed reflecteert en die geen vocht opneemt. Samen zorgen deze eigenschappen ervoor dat dit apparaat perfect gebruikt kan worden voor veel verschillende technieken; van langzaam koken tot bakken.
2. Dubbele boiler
Toen: waterbad
‘Bain-marie’ wordt vertaald als ‘Maria’s bad’, maar wie is Maria? Heel simpel: de persoon die de naam heeft gegeven aan deze methode van het verwarmen van voedsel, via een container in water. Deze Griekse alchemist, met de naam Mary the Jewess, leefde (volgens de Griekse schrijver Zosimos van Panopolis) tussen de eerste en derde eeuw na Christus en wordt gelinkt aan de uitvinding van meerdere soorten chemische apparatuur, waaronder het waterbad.
Nu: dubbele boiler
Tegenwoordig staat een ‘bain-marie’ voor een waterbad wat voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden als het gaat om het warm maken en houden van voedsel, tot het langzaam bereiden van desserts, en het smelten van chocolade. Het apparaat met de dubbele laag, waarmee in een afgesloten compartiment au bain-marie gekookt kan worden, heet de dubbele boiler. In principe werkt het net als bij de oude methode (en de ‘MacGyver-methode), al is deze manier iets meer.. afgesloten.
3. Kaasschaaf
Toen: kaasmes
Van een zacht kaasmes – die met gaten – tot het smalle schaafmes, het slanke lemmet, de korstsnijder of het kaasmes met tanden: kaas werd én wordt nog steeds met een mes gesneden. Voor gelijkmatige plakjes is een mes echter niet de meest voor de hand liggende keuze. Je moet er een vaste hand voor hebben, zeker tot 1925, omdat er tot dan toe geen gereedschap bestond waarmee je mooie, gelijkmatige plakjes kon maken.
Nu: kaasschaaf
De kaasschaaf is uitgevonden in Noorwegen, en met een goede reden: ze hebben namelijk een rijke geschiedenis in houtbewerking. De kaasschaaf (of in het Noors: Ostehøvel) is uitgevonden door Thor Bjørklund, omdat hij gefrustreerd was door zijn ongelijke plakjes kaas. Omdat Bjørklund zelf meubelmaker was, baseerde hij zijn ontwerp op dat van een timmermansschaaf. In plaats van geschaafd hout gaf dit nieuwe stuk gereedschap hem, én de rest van de wereld, perfect gelijkmatig gesneden kaas.
4. Magnetron
Toen: radartechnologie
Radartechnologie is in het geheim ontwikkeld voor het leger en zendt elektromagnetische golven uit, en ontvangt deze terug om een locatie te bepalen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leidde een grote ontdekking tot de ‘cavity magnetron’, een onderdeel dat gebruikt kon worden in kortegolfradar. Het zorgde ervoor dat kleinere radarsystemen konden worden ontwikkeld.
Nu: magnetron
Als we heel streng zouden zijn, zou een magnetron eigenlijk microgolvendoos moeten heten. Want in die doos wordt je eten opgewarmd door kleine elektromagnetische golven: microgolven. Percy Spencer ontdekte het opwarmend effect van deze golven trouwens per ongeluk toen de chocoladereep in zijn broekzak smolt terwijl hij aan een radar werkte. Door de initiële hoge prijs duurde het wel even voordat de magnetron populair werd. En dat terwijl het apparaat vandaag de dag één van de meest gangbare hulpmiddelen in de keuken is.
5. Broodrooster
Toen: haardrooster
Lang voordat de broodrooster was uitgevonden, werd de houdbaarheid van brood verlengd door het te roosteren. Met bijvoorbeeld een roostervork of, net wat chiquer, een haardrooster. Terugkerend probleem bij dit soort roosters: het verwarmingselement was niet bestand tegen die constante enorme hitte en werd daardoor breekbaar. De Amerikaanse ingenieur Albert Marsh vond gelukkig een legering van nikkel en chroom uit, waardoor hij de weg vrijmaakte voor de elektrische broodrooster.
Nu: broodrooster
Het blijft grappig dat luiheid aan de basis stond van sommige van de beste uitvindingen. Zo kon de eerste commerciële broodrooster maar één broodkant tegelijk roosteren. En doordat men nogal eens vergat het sneetje om te draaien, verbrandde de toast regelmatig. Gelukkig vond Lloyd Groff Copeman in 1913 een ‘brooddraaier’ uit en bedacht Charles Strite in 1923 de techniek die toast uit het rooster laat springen. Vindingen die ons uiteindelijk de Toastmaster brachten: de allereerste broodrooster die het brood aan twee kanten tegelijk roosterde, mét timer en broodsprongetje!
6. Kurkentrekker
Toen: pistoolworm
Waarschijnlijk denk je bij een kurkentrekker niet direct aan het slagveld. Toch ligt daar de oorsprong van dit hulpje. In de 17e eeuw diende een zogenaamde pistoolworm ervoor om de loop van een musket te ontdoen van ongebruikte kogels en opvulsel. De dubbele spiraal van de pistoolworm eindigde in scherpe punten. Dat maakte het niet alleen geschikt om dingen uit de loop te peuteren, maar ook om de doek vast te houden waarmee diezelfde loop werd schoongemaakt.
Nu: kurkentrekker
Het allereerste officiële patent op een kurkentrekker (met worm en handvat) voert schijnbaar terug naar 1795. De Britse dominee Samuel Henshall deponeerde dit eerste patent waarna er nog veel volgden, waaronder de tweevleugelige kurkentrekker. Het sommeliermes werd in 1892 gepatenteerd door de Duitser Karl Wienke. De naam van de uitvinder is bijna iedereen vergeten, maar het sommeliermes, soms ook wijnsleutel genoemd, blijft voor velen onmisbaar.
7. Koelkast
Toen: ijskelder
Voordat koelkasten hun opwachting maakten, zorgden ijskelders voor koele opslag. Deze ijskelders werden buiten aangelegd, vlak bij meren of gevuld met ijs en sneeuw in de winter. Eeuwenoude beschavingen hakten al ijsblokken uit en sloegen, zeker in warmere gebieden, sneeuw op in geïsoleerde putten. Waren er geen koele plekken op land voorhanden, dan maakten ze zelfs onder water opslagplaatsen!
Nu: koelkast
De allereerste kunstmatige koelkast werd al in 1755 ontworpen door de Schot William Cullen. Deze klassieke koelkast richtte zich enkel op het koelgedeelte; je kon er niets in opslaan. De koelkasten van nu gaan uit van een gelijksoortig principe: ze gebruiken een cyclus van compressie (warmte komt aan de buitenkant vrij) en verdamping (gas dat de binnenkant koelt). Tussen 1755 en nu droegen veel uitvinders een steentje bij aan de evolutie van de koelkast zoals we die nu kennen. Het waren de brouwerijen die de koelkast populair maakten: rond de start van de 20ste eeuw waren zij namelijk allemaal voorzien van een koelkast. Zo’n 20 jaar later werden koelkasten essentieel in elk modern huishouden. En je moet vandaag de dag toch niet denken aan een professionele keuken zonder!